top of page
FA33E573-CEFE-4008-946D-96127D9AD5F7_edited_edited.jpg

IMITATIE ALS EEN HEILIG GEBAAR:PIANOLES ALS PAD NAAR BEWUST WORDEN.

  • Foto van schrijver: Walter
    Walter
  • 27 mrt
  • 4 minuten om te lezen

Bijgewerkt op: 3 dagen geleden



LERAAR EN KIND AAN DE PIANO

Bij het opvoeden van kinderen stoten we telkens weer op een stille waarheid: dat jonge mensen niet enkel leren door uitleg, maar vooral door wat ze ons onbewust zien doen. Ieder gebaar, elke toon, iedere oprechte of gespeelde emotie die ze bij ons opvangen, nestelt zich in hun wezen. Dat inzicht, geworteld in de kern van opvoeding, werpt een scherp licht op hoe wij piano onderwijzen. Het stelt niet enkel de vraag wat wij leren aan, maar vooral wie wij zijn terwijl we het doen.

Want voor het kind , en eigenlijk voor iedereen die iets wil leren – is de leraar geen wandelende encyclopedie. Hij is een levend voorbeeld. Zeker in de pianoles wordt dit glashelder. Elk vingergebaar, elke ademhaling tussen twee frasen, elke stilte die vol respect is voor de muziek, wordt opgenomen en nagedaan. Daarom moeten we onze omgang met het instrument, met de partituur, met klank zelf, verzorgen alsof het iets kostbaars is. Onze innerlijke toestand stroomt recht in ons lesgeven. Zijn we daar werkelijk? Hebben we geduld? Eren we de muziek, of gebruiken we haar?

Als we aannemen dat imitatie de eerste taal van de ziel is, dan moeten we onszelf niet enkel zien als leerkrachten, maar als scheppers van een sfeer. We moeten een omgeving bouwen waar een kind iets waardigs kan nabootsen. Dat betekent schoonheid en eenvoud, eerlijkheid en respect voor wat de componist bedoelde. En het betekent ook: zelf spelen op een manier die niet wil imponeren, maar ontroeren , een spel dat de muziek doorlaat zoals ze is, zonder franje of ego.

Maar imitatie is geen stilstaand water. Ze is een brug tussen wat geweest is en wat nog moet komen. Wat het kind eerst onbewust doet, een frase nadoen van zijn leraar , moet later bewust worden. Onze taak is om het kind van het klakkeloos nadoen naar een innerlijke vrijheid te leiden. Eerst leren we hen kijken en voelen. Later leren ze kiezen, en weten waarom. Zo verloopt echte groei: eerst de echo van de meester, daarna de stem van zichzelf.

Om zo les te geven, moet men ook naar zichzelf durven kijken. IJdelheid moet overboord. Ongeduld ook. En de drang om jezelf in de kijker te zetten al zeker. Een goede leraar is geen schreeuwer, maar een stille kom waar muziek doorheen kan vloeien. Pas dan is er iets dat het kind met gerust hart kan overnemen. Pas dan is er iets dat het waard is om na te volgen.

Want het is net dit, het langzaam bewust worden van wat eerst vanzelf ging, dat de kern vormt van waarachtig onderwijs. In het begin spiegelen onze leerlingen ons gedrag, onze liefde voor klank, onze eerbied voor de noten. Maar op een dag moeten zij zelf gaan dragen wat zij van binnen zijn geworden. Een echte leraar onderwijst nooit voor het nu, maar altijd in de richting van wat de leerling later zal zijn.

Vanuit dat besef is pianoles geven veel meer dan het aanleren van een vaardigheid. Het is een stille vorm van geestelijke verloskunde. We helpen een muzikale ziel geboren worden. En dat doen we niet door uitleg alleen, maar door zelf te worden wie wij hopen dat onze leerling op een dag zal zijn: een mens van waarheid, van eenvoud, van tucht en liefde.

Laten we niet vergeten: kinderen luisteren niet enkel met hun oren, en kijken niet enkel met hun ogen. Ze nemen wie wij zijn tot diep in zich op. En het is dat – niet onze methodes, niet onze theorieën, wat hun toekomst zal vormen.


Nawoord – Een Waarschuwing aan de Leraar Zonder Innerlijk Kompas

Er moet nog iets worden toegevoegd. Een waarschuwing, niet uit hardheid, maar uit noodzaak. Want wie zich waagt aan het onderwijzen van een kind, betreedt heilige grond. En niet iedereen is geschikt om die grond te betreden.

De pianoleraar die deze taak op zich neemt zonder moreel besef, zonder eerbied voor het kind of de muziek, richt onzichtbare schade aan. Hij ziet het kind als een leeg blad dat hij mag beschrijven naar eigen goeddunken, een leerling die moet presteren, bewonderd worden, hem spiegelen in ijdelheid. Maar wie zo lesgeeft, maakt van de les een vorm van macht, geen ontmoeting. Zijn spel is misschien indrukwekkend, zijn woorden misschien scherp, maar wat hij nalaat in het hart van het kind is leegte, verwarring, of erger nog: een onuitgesproken schaamte.

Zonder innerlijke deugd wordt pianoles een toneel van zelfverheffing. Het kind leert dan niet luisteren naar de muziek, maar naar het oordeel van de meester. Het leert niet voelen, maar vrezen. Niet groeien, maar gehoorzamen. En zo worden de vleugels van het muzikale wezen al in de knop geknakt.

Laat het dus duidelijk zijn: deze manier van lesgeven, deze kunst van het begeleiden van een ziel, kan enkel uitgevoerd worden door iemand die zijn eigen begeerten onder ogen heeft gezien. Iemand die meer liefheeft dan hij wil bezitten. Iemand die weet dat onderrichten geen recht is, maar een gave die men met stille handen moet dragen.

Wie dat niet kan, moet zich terugtrekken. Niet uit zwakte, maar uit verantwoordelijkheid. Want beter geen leraar, dan een leraar die schade aanricht. Beter stilte, dan woorden zonder waarheid.

Want het kind kijkt niet alleen naar onze handen. Het luistert naar onze ziel.

2 opmerkingen

Beoordeeld met 0 uit 5 sterren.
Nog geen beoordelingen

Voeg een beoordeling toe
Gast
27 mrt
Beoordeeld met 5 uit 5 sterren.

U blijft mij verbazen. Prachtig artikel.🙏

Like

Gast
27 mrt
Beoordeeld met 5 uit 5 sterren.

Vooral het nawoord is "spot on" en heel belangrijk.

Like

Legal Notice

The writings and materials on this website are shared with care and integrity. Any misrepresentation, distortion, or defamatory use of this content or of its author is not permitted and may give rise to legal consequences. Visitors are kindly asked to engage with respect, so that the dignity of both the work and its readers may be preserved.

bottom of page